zondag 24 augustus 2025
om 10.00 uur
Kerkdienst Dorpskerk
Voorganger(s): Pastor Eveline Meulenberg
Tekst(en): Zacharia 8:4-8, 20-23, Marcus 8:22-26
Organist: Wim Heldoorn
1e collecte: Diaconie
2e collecte: Kerkelijk beheer
De laatsten zullen de eersten zijn. Dat is één van de Bijbelse gezegdes die ook buiten de kerk klinkt.
Deze uitspraak komt uit Lucas 13:22-30. Ook al zo’n wrange tekst, die gaat over het al dan niet binnengaan van Gods Koninkrijk. Een gevaarlijke tekst, die ingezet kan worden om mensen te kleineren en te onderdrukken.
Maar er zit ook een bevrijdende boodschap in de woorden van Jezus.
Zacharia 8:4-8, 20-23
4 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Opnieuw zullen er op de pleinen van Jeruzalem oude mannen en vrouwen zitten, elk met een stok in de hand vanwege hun hoge leeftijd,
5 en de straten zullen krioelen van de spelende jongens en meisjes.
6 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ook al lijkt het jullie, die van dit volk nog over zijn, nu onmogelijk, waarom zou het voor Mij onmogelijk zijn? – spreekt de HEER van de hemelse machten.
7 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik zal mijn volk bevrijden uit het land waar de zon opkomt en uit het land waar de zon ondergaat
8 en hen naar Jeruzalem brengen. Daar zullen ze wonen. Zij zullen mijn volk zijn en Ik hun God, in onwankelbare trouw.
20 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Er zullen opnieuw mensen komen uit allerlei landen en steden.
21 De inwoners van de ene stad zullen naar de volgende stad gaan en zeggen: “Ga met ons mee. Wij zijn op weg om de HEER van de hemelse machten om raad te vragen en zijn gunst af te smeken.”
22 Grote en machtige volken zullen naar Jeruzalem komen om daar de HEER van de hemelse machten te raadplegen en zijn gunst af te smeken.
23 En dit zegt de HEER van de hemelse machten: Als die tijd is gekomen, zullen tien mannen uit volken met verschillende talen een Joodse man bij de slip van zijn mantel grijpen met de woorden: “Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is.”’
Marcus 8:22-26
Genezing van een blinde
22 Ze kwamen in Betsaïda. Er werd een blinde bij Hem gebracht, en men smeekte Hem om de man aan te raken.
23 Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Hij deed wat speeksel op zijn ogen, legde er zijn handen op en vroeg: ‘Ziet u iets?’
24 Hij begon weer te zien en zei: ‘Ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.’
25 Daarna legde Hij weer zijn handen op de ogen van de blinde. Deze sperde zijn ogen open en genas; hij zag alles nu heel helder.
26 Hij stuurde hem naar huis met de waarschuwing: ‘Ga het dorp niet in!
|