Opnieuw beginnen

Of ik ontspannen teruggekomen ben van vakantie. Dat was de afgelopen weken vaak de openingsvraag waarmee een gesprek begon. Ja, het heeft ontspanning gegeven om een paar weken afstand te nemen, in een andere omgeving te zijn, geen wekker te hoeven zetten en niet de hele dag naar een scherm te turen. Maar bij een vakantie met drie kleine kinderen is ‘ontspanning’ nu niet het eerste woord dat bij me binnenkomt.

Wel is er sprake van een nieuwe energie. Energie die weer ingezet kan worden voor alle zaken die weer opstarten. School, sport en kerkenwerk. Ergens heeft de start na de zomervakantie iets weg van een nieuw begin, hoewel de meeste dingen gewoon doorgaan zoals je ze voor de zomer hebt achtergelaten. Maar toch. Ik moet denken aan mijn middelbare schooltijd, waar het nieuwe schooljaar begon met een nieuwe agenda. Helemaal onbeschreven en nog puntgaaf. De boeken fris gekaft. Het ontbrekende schoolgerei weer netjes aangevuld. Klaar voor een nieuw jaar, een nieuw begin. Waar je voor de zomervakantie nog aan het vechten was om aan de norm te voldoen om over te gaan naar de nieuwe klas, staan aan het begin van het schooljaar de tellers weer op nul. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Opnieuw beginnen. Opnieuw kúnnen beginnen. Opnieuw mógen beginnen. Met een schone lei. Is dat niet de essentie van het Christendom? Deze essentie overstijgt het voorbeeld van de lege schoolagenda maar deze tijd van het jaar roept de kracht van opnieuw kunnen en mogen beginnen wel bij me op. Velen van zijn opgegroeid met preken die steevast het schema ‘ellende – verlossing – dankbaarheid’ volgden. Mijn ervaring in het pastoraat is dat het mensen raakt als dit algemene schema persoonlijk wordt, en raakt aan hún leven. Als ze vanuit een situatie van ellende inzien dat een nieuwe start mogelijk is, en dat ze opnieuw mogen beginnen. Dat God een God is die niet loslaat wat zijn hand begon, ook al merken we in onze ellende misschien wel helemaal niets van die God. Dat God een God is voor wie niets zo groot is dat het niet vergeven kan worden. Dat God een God is van bevrijding.

Met deze eerste inspiratiebrief na de zomer sta ik stil bij de gave van het opnieuw mogen en kunnen beginnen. In het pinksterspel van Martinus Nijhoff vond ik woorden voor onderweg: 

Mijn boek – ik sla het op – is wit!
De letters, eenmaal hier geschreven,
zijn spoorloos als door wind verdreven.
Geen taal, geen teken is gebleven.

Welk een vrijheid en welk een taak!
Zusters, het is of ik ontwaak.
Het is mij, of ik boeien slaak
waar ik mijzelf mee had gebonden.
Dit was mijn boek. Het werd mijn zonde.
’t Is heen. Ik heb een weg gevonden.

(uit: Martinus Nijhoff – Des Heilands tuin)

RW