Een lied van troost
Deze week was ik een middag te gast in het parochiehuis. Het was op de parkeerplaats een drukte van belang, mensen liepen af en aan. Ik kwam ook mijn collega diaken van de parochie tegen op de parkeerplaats. Druk, druk druk. Het duurde even voordat het kwartje bij me viel: Allerzielen en Allerheiligen. Natuurlijk! Mijn collega was druk met drie vieringen op verschillende plekken in de parochie en tussendoor moest er ook nog gedoopt worden. De andere mensen waren druk op de begraafplaats. Graven schoonmaken, winterharde planten neerzetten. Deze week staat in de Rooms-Katholieke kerk in het gedenken van wie ons zijn voorgegaan in de dood.
Dit jaar sluiten we als Protestantse gemeente vanuit oecumene aan bij dit moment in het jaar. Op Allerzielen, donderdag 2 november, is er in de Dorpskerk om 17.00 uur een viering van licht en troost. We zingen met een gelegenheidskoor 'troostliederen', er worden gedichten gelezen, er is ruimte voor stilte en voor het aansteken van een kaarsje. Het kerkhof is tijdens en na de viering open voor bezoek.
Iedereen heeft in zijn leven ervaringen van afscheid en verlies. Rituelen en symbolen kunnen helpen het onnoembare te benoemen. Stilte, een kaars of een mooi lied kunnen tot ons spreken op zielsniveau. Sommigen zullen dit ervaren als een goddelijke aanraking.
Een persoonlijk ‘troostlied’ is ‘Jesu, bleibet meine Freude’, uit de cantate ‘Herz und Mund und Tat und Leben‘ (BWV 147). De muziek brengt me terug naar de afscheidsdiensten van zowel mijn grootvader als grootmoeder. Hoewel het een kort muziekstuk is, heeft de melodie voor mij iets eeuwigdurends.
Op de uitvoering die ik bijsluit wordt dit prachtig neergezet door de hobo-partij. De hoboïst past de techniek van ‘circular breathing’ toe, waardoor het lijkt alsof het hele stuk met één ademteug wordt gespeeld. In een biografie van Bach las ik dat in veel van zijn stukken het ritme van een watermolen uit zijn jeugd te horen zou zijn. De schoepen die eindeloos door het water scheppen, aangedreven door de kracht van het stromende water. Een eindeloze bron van energie.
Dat zulke eindeloze en eeuwigdurende muziek op een afscheid klinkt, heeft iets tegenstrijdigs maar ook iets moois. Het leven eindigt niet bij de dood. Daarom mogen er ook woorden van vreugde klinken bij een afscheid. Woorden van vreugde die troost geven. Vreugde om de schouders waar wij op mogen staan. Vreugde om al die geliefden die we deze week gedenken.
Ik deel graag één van mijn favoriete opnames van mijn troostlied, met een hoofdrol voor de hoboïst die de adem, de ruach, eeuwig laat stromen.
https://www.youtube.com/watch?v=T5Df7f_BLU8
RW