Voortgang van de kerktuin

Achter op het kerkhof, tegen de muur, zijn we bezig om een kerktuin aan te leggen.
Het kruisvormige pad is uitgegraven en van schelpen voorzien.
Als eerste zijn rond half februari Sneeuwklokjes gezet, die de kersttijd afsluiten en de veertigdagentijd inluiden. Ze worden ook wel Vastenavondzotjes genoemd.

En als alle planten leverbaar waren, zijn de hierna volgende planten nu geplant:
Advent:
Herfststeenbreek ‘Black Ruby’ met paarsachtig blad als liturgische kleur van Advent. Thuja orientalis ‘Aurea Nana’ als verwijzing naar de altijd groene levensboom.
Klimop symboliseert onvergankelijkheid en trouw, groen is de kleur van hoop en leven.
Kerst, kersttijd en Epifanie:
Lievevrouwenbedstro als verwijzing naar een legende dat Jozef een bedje maakte voor Maria.
Kerstroos met witte bloemen als verwijzing naar licht en feest.
Sneeuwklokje als verwijzing naar afsluiting kersttijd en begin veertigdagentijd.
Veertigdagentijd:
Mierikswortel en cichorei zijn bittere kruiden, ter herinnering aan de Uittocht uit Egypte.
Vaste judaspenning als verwijzing naar de zilverlingen die Judas kreeg.
Viooltje labradorica heeft purper blad, liturgische kleur van bezinning in de veertigdagentijd.
Goede week:
Klein treurwilgje herinnert met zijn treurvorm aan de kruisiging van Jezus.
Rode anemonen waarbij de rode bloemen verwijzen naar de bloeddruppels die bij de kruisiging vielen.
Pasen en Paastijd:
Stenen die het lege graf symboliseren.
Steenbreek busseriana en muurbloemen symboliseren leven dat door ‘stenen en muren’ heen breekt.
Narcis, wildemanskruid en sleutelbloem bloeien rond Pasen wit en geel. Ze worden paasbloemen genoemd.
Klaverzuring gaat rond Pasen bloeien en wordt hallelujabloempje genoemd: de lofzang mag weer klinken.

Namens de werkgroep Groene Kerk
Leny Witte-de Raat